Indisch Wetenschappelijk Instituut
 
Liem Giok Lian, Francisca (1946)


{1952:Volendam, Nederland}

1952
Ze gaan ezeltje rijden op Schevingen, ze wandelen door de duinen, ze schateren om de sneeuw, en rijden met een sleetje de helling af, ze laten zich fotograferen in Volendammer kostuum. Misschien is die foto wel aan het Sweelinckplein in Den Haag gemaakt, waar al decennia in studio's van die typisch Hollandse decors werden gebouwd speciaal voor die lui uit Indië. Ze doen kortom wat toeristen nu eenmaal doen als ze in Holland zijn. Ciska kan zich nog zo goed herinneren hoe de sneeuwvlokken als watjes uit de lucht vielen; ruim zes jaar is ze als ze hier in 1955 aanspoelt en in Amsterdam naar de kleuterschool gaat. Op een andere foto in haar album zitten ze met z'n allen in de achtertuin met tante Soekandari kip te plukken. Ze zijn immers geen toeristen, ze wonen hier gewoon, met de halve grootfamilie

{1930:Surabaya, Inonesië}1930
Ciska herinnert zich ook dat andere Zandvoort nog goed, de badplaats Zandvoort in Jakarta bij Tandjung Priok. Daarvan zitten ook familiekiekjes in haar album, met van die witte kartelrandjes uit de vroege jaren vijftig, uit de tijd dat haar broertje en zusje geboren worden. Ze heeft er later pas de jeugdfoto's van haar ouders naast geplakt, foto's van voor hun trouwen in 1940. Vader is als 17-jarige "een charmante jongeman". Hij is een Liem; zijn voorvaderen zijn Confucianen uit Hok Kian in China. Jonge mannen uit die streek komen graag naar Indië om er te werken, te trouwen, en te blijven. Betovergrootvader Liem kwam vier generaties geleden al. Zijn kleinzoon, Ciska's opa Liem Koen Hong trouwde in 1913 met Oe Kiem Swan. Ze gingen in Bandjermasin wonen en kregen 10 kinderen, van wie Cisca's vader, Liem Hway Hoo, de oudste zoon is. Vader werkt bij Borsumij, een rubberonderneming met vestigingen op Sumatra en Borneo. Hij helpt bij het opzetten van nog meer vestigingen, in de jaren '30 ook in Soerabaja. Daar moet hij Ciska's moeder Mary hebben ontmoet. 

{1948:Jakarta, Indonesië} 

1935
Mary studeerde in de jaren '30 in Soerabaja voor tandarts aan de STOVIT. Zij is een een meisje Kwee uit Probolingo. Haar moeder, Tan Hing Nio maar iedereen noemt haar Mah, heeft een restaurant in Noordwijk in Batavia, dat later Jl Nusantara zou gaan heten. Ze wonen in Krekot, Mary en haar zusjes Corrie, Trees, Bep en Jenny en haar broers. Net als de Liems zijn zij -zoals de volksmond dat zegt- geen 'echte' Chinezen, maar 'peranakans'. Dat betekent dat de familie al generaties lang in Indië is, dat de meeste familieleden met Indonesiërs of Peranakans zijn getrouwd, en dat ze tenminste tweetalig zijn: Maleis en Nederlands. Mary's familie is belijdend Rooms Katholiek; daarom hebben de kinderen Chinese namen én 'Westerse' doopnamen. Het is een traditie die de ouders van Ciska zullen voortzetten, ook als het oorlog wordt.  

{1951:Banjermassin, Kalimantan, Indonesië} 

1940
Ciska's ouders gaan in Batavia wonen; hun twee oudste kinderen worden daar geboren. Maar tegen het eind van de Japanse tijd reist het echtpaar naar Bandjermasin op Kalimantan, hun oudste dochter blijft bij oma Kwee in Batavia. Opa Liem is overleden en Ciska's vader voelt zich als oudste zoon verantwoordelijk voor zijn oude moeder en de rest van de familie die daar woont. Bovendien wordt de familie in Batavia verdacht van Nederlandse sympathieën, en niet ten onrechte. Oom Oe Ing Kiat heeft een Nederlandse vlag en houdt daar niet zijn mond over; hij is door de Japanners opgepakt en hij zal nooit meer terugkomen. En oom Liem Koen Hian is redacteur van Sin Po, een Nederlandstalige Chinese krant. Weliswaar de krant die in 1928 als eerste het Indonesia Raya publiceerde, maar ook deze oom wordt opgepakt door de Jap en gemarteld; ze pompen water in z'n maag tot hij het bijna begeeft. Hij overleeft en zal pas op hoge leeftijd overlijden. In vaders ouderlijk huis bij oma Liem in Bandjermassin op Kalimantan wordt in 1946 Ciska geboren, de tweede dochter, als Liem Giok Lian. Kort daarop gaat de familie terug naar Batavia, naar het huis aan de jl Sembodja. Aan dat huis heeft Ciska wel herinneringen. Geen rijtjeshuis, een grote tuin met vruchtomen, een paviljoen met kamers, ook voor de bedienden, aan de voorkant ramen zonder glas, met siertralies. En ze herinnert zich tante Nari, vaders zuster, die onderwijzeres is, en die zo prachtig kan vertellen over opa Kwee, en over hoe opa Kwee vertelde: "zo mooi, bijna zingend, de oude verhalen, over de vrouw die omgetoverd werd tot vogel, net alsof het een nieuw verhaal was"; hoe mooi hij viool speelde, hoe hij ook de viool kon laten zingen. Tot oma eens in boosheid het instrument in tweeën sloeg. Nee, het was geen zachte vrouw, oma Kwee.

 {1952:Jakarta}{1956:België}1956
December 1952 vertrekt het gezin Liem naar Holland, naar Amsterdam aanvankelijk. Ciska is 6 jaar, zit op de kleuterschool en is zo verbaasd dat ze geen enkel Hollands liedje kent. Nog geen jaar later woont ze opeens "in België". Niet met haar ouders, die wonen in Den Haag waar haar moeder schooltandarts is. En ook niet met haar oudste broer, die ook in Den Haag woont waar hij op de HBS zit. Maar wel met haar twee zusjes en jongere broertje. Ze zitten op kostschool bij de Zusters Ursulinen, in Indië befaamd als de eerste vrouwelijke missionarissen. België is wel ver weg. Alleen in de vakantie komen de kinderen naar huis. Tot in 1956 het internaat afbrandt. Dan kunnen niet meer terug, en gaan ze voortaan naar de St. Paschalisschool in Den Haag. 

{1961:Den Haag} 

1961
Langzamerhand gaat het fotoalbum van Ciska er 'gewoon' uitzien, "Hollands". Meisjes in tutu, meisjes in de schoolbanken, meisjes op vakantie, Ciska met vriendinnen of met familie. Ciska zit op het RK Lyceum voor Meisjes afdeling Gymnasium Bêta, het latere Edith Steyn College. Precies in haar eindexamenjaar is ze genaturaliseerd. Nu is ze ook officieel Nederlandse, met een Nederlands paspoort. Dat komt mooi uit, want ze wil naar Parijs en daarna Bouwkunde studeren in Delft, ze gaat alvast 'op kamers'. Dat is allemaal nogal gewoon voor een Nederlands meisje, maar niet voor moeder Mary. Noodgedwongen geeft Ciska haar studie op, volgt een cursus Schoevers en wordt secretaresse bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze laat zich uitsturen naar Bern, neemt in 1972 ontslag, wordt stewardess bij de KLM en trouwt in november 1972 met Nio Swie Gie. Ze wordt moeder, eerst van haar dochter Yaisa Ying Yuan, dan van haar zoon Cedric Olivier Ying Wei. Internationaal blijft ze. Haar man werkt bij de Shell en wordt regelmatig uitgezonden. In 1979 naar Frankrijk, in '82 weer terug naar Den Haag, in '86 naar Argentinië, in '89 via Nederland naar Saoedi-Arabië; haar dochter blijft in Nederland, op kostschool in Oegstgeest. In de jaren negentig vestigt Ciska zich voorgoed in Den Haag.

{1980:Jakarta}

{1980:Fillippijnen, Azië}

1980
Heel gewone plaatjes in een Nederlands familiealbum: moeder en dochter op bezoek bij oma Liem in Jakarta, vakantie in de bungalow van Johnny en Peggy in Cibulan, dollen bij het zwembad. Het is een bijschrift als dit, die het -voor de goede lezer- zo lekker on-Nederlands maakt: "Roejak eten".

1946